Belastingverdrag Curaçao en Suriname

Belastingverdrag Curaçao en Suriname

Lennart Huijsen
By:
insight featured image
Curaçao en Suriname heffen belasting van inwoners. Ook wordt belasting geheven van buitenlanders die inkomsten genieten uit bronnen in Curaçao dan wel Suriname. Bijvoorbeeld als een inwoner van Suriname arbeid verricht in Curaçao zou zowel Suriname als woonstaat en Curaçao als werkstaat belasting kunnen heffen. Dubbele belasting betalen is niet gewenst en hier biedt het belastingverdrag tussen Curaçao en Suriname een oplossing.
Contents

Een belastingverdrag verdeelt de heffingsrechten tussen de landen. Het verdrag bepaalt welk land belasting mag heffen in een bepaalde situatie. Het andere land dient dan terug te treden. Meestal door het verlenen van een belastingvrijstelling of belastingverrekening. Het is niet zo dat een belastingverdrag een belastingheffing in het leven roept die daarvoor niet was. Het belastingverdrag wijst alleen de heffing toe aan een land. Overigens is het verdrag nog niet in werking getreden, maar is nu in het zogenoemde ratificatieproces. Het afsluiten van een belastingverdrag voorkomt dubbele belastingheffing in grensoverschrijdende situaties. Dit is vooral belangrijk wanneer een land economische betrekkingen onderhoudt met andere landen. Een investeerder weet dan dat hij niet snel tegen dubbele belastingheffing zal aanlopen, wat wel zo plezierig is om activiteiten te gaan verrichten in een verdragsstaat. Heeft een land meerdere belastingverdragen afgesloten dan geeft dit een goede uitstraling naar potentiële investeerders. In dat land is het kennelijk goed zaken doen. Belastingverdragen worden echter niet alleen gesloten om dubbele belastingheffing te voorkomen, maar ook om grensoverschrijdende belastingontwijking en belastingontduiking tegen te gaan. Dit door bijvoorbeeld bepalingen op te nemen over informatie-uitwisseling, administratieve bijstand en antimisbruikbepalingen. Hierna gaan wij in op een aantal grensoverschrijdende situaties tussen Curaçao en Suriname. 

Arbeidsinkomen 
Een voorbeeld is een inwoner van Suriname die een paar maanden in Curaçao in loondienst gaat werken. De vraag die opkomt is welk land belasting mag heffen. De hoofdregel is dat arbeidsinkomsten belastbaar zijn in het land waar de persoon woont, tenzij het werk in het andere verdragsland wordt uitgevoerd. In dat geval mag ook dat land belasting heffen. Er is een belangrijke uitzondering voor korte arbeidsperioden. Als de werknemer minder dan 183 dagen per jaar in het andere land verblijft, de werkgever niet in dat land woont, en de kosten niet ten laste komen van een vaste inrichting van de werkgever in het werkland, blijft het inkomen uitsluitend belastbaar in het woonland van de werknemer. Met andere woorden bij dergelijke korte arbeidsperioden van minder dan een half jaar zal Suriname belasting mogen heffen in het voorbeeld. Voor leden van de bemanning van schepen en vliegtuigen die internationaal opereren, geldt dat hun inkomen wordt belast in het land waar de werkelijke leiding van het bedrijf is gevestigd, tenzij zij uitsluitend in het andere verdragsland opereren. Deze bepalingen zijn bedoeld om een evenwicht te creëren tussen belastingheffing door het woonland van de werknemer en het werkland, waarbij ook situaties worden gedekt zoals kortstondige werkopdrachten en internationaal transportpersoneel. Zo wordt voorkomen dat werknemers dubbel belasting moeten betalen en dat er belastingheffing plaatsvindt op een eerlijke basis voor zowel het woonland als het land waar het werk fysiek wordt uitgevoerd.

Dividenden
Een voorbeeld is een op Curaçao gevestigde B.V. die 100% van de aandelen houdt in een Surinaamse N.V. De Surinaamse N.V. heeft winst behaald die is belast in Suriname met 36% inkomstenbelasting. Vervolgens keert de Surinaamse N.V. een dividend uit aan haar moedermaatschappij op Curaçao. Voor dividenden geldt als hoofdregel dat de woonstaat mag heffen over de uit de andere staat ontvangen dividenden. Daarentegen mag de bronstaat ook heffen, maar gemaximeerd. Zonder belastingverdrag zou Suriname 25% dividendbelasting heffen op het dividend dat wordt uitgekeerd naar Curaçao. Op basis van het belastingverdrag dient Suriname deze 25% dividendbelasting terug te brengen tot een maximum van 5% voor bedrijven die minstens tien procent van de aandelen in handen hebben en 10% in alle andere gevallen. Er zijn uitzonderingen waarbij alleen het woonland van de ontvanger belasting mag heffen, bijvoorbeeld als de ontvanger een onderneming of erkend pensioenfonds is met langdurig eigendom (minstens 10% van het kapitaal gedurende 365 dagen) van het uitkerende bedrijf. Tevens wordt aangegeven dat bepaalde vormen van uitkeringen, zoals liquidatie-uitkeringen of inkoop van eigen aandelen, behandeld worden als dividenden voor belastingdoeleinden. De bepalingen hebben geen invloed op de belastingen die het bedrijf zelf betaalt over de winst waaruit de dividenden worden uitgekeerd. 

Artiesten en sporters
Een voorbeeld is een Curaçaose muziekgroep die gaat optreden in Suriname en daarmee een bedrag verdient van USD 20,000. Het basisprincipe is dat de inkomsten die een artiest of sporter uit persoonlijke werkzaamheden in het andere verdragsland verdient, worden belast in dat land, met een beperking van 15% van het brutobedrag. Dit zorgt ervoor dat artiesten en sporters, die vaak internationale inkomsten genereren, niet bovenmatig worden belast. Er geldt een uitzondering voor lage inkomsten, als de bruto-inkomsten uit deze werkzaamheden niet meer bedragen dan USD 30.000 per belastingjaar. In dat geval mogen ze alleen belast worden in het woonland van de artiest of sporter. In het voorbeeld mag Suriname geen belasting heffen over de gage van USD 20,000, omdat deze beneden het bedrag van USD 30,000 blijft. Verder licht het verdrag situaties toe waarin de inkomsten niet rechtstreeks aan de artiest of sporter zelf worden uitbetaald, maar aan een derde partij, bijvoorbeeld een managementbedrijf of een stichting. In dat geval mag het werkland de inkomsten van deze derde partij belasten, tenzij wordt aangetoond dat de artiest, sporter of aan hen gelieerde personen niet indirect delen in de winsten, zoals via bonussen, uitgestelde beloningen, dividenden, of andere vergoedingen. Door deze regels wordt belastingheffing eerlijk verdeeld tussen het woonland en het werkland van de artiest of sporter, waarbij de inkomsten direct verbonden zijn aan de locatie waar de prestaties worden geleverd en uitzonderingen worden geboden om dubbele belasting of overbelasting te vermijden.

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande twijfels hebben over uw specifieke situatie, neem dan contact op met een belastingadviseur.

Door Lennart Huijsen, partner en belastingadviseur bij Grant Thornton Curaçao, e-mail lennart.huijsen@cw.gt.com en Haesle Soerka, belastingadviseur bij Grant Thornton Curaçao, e-mail haesle.soerka@cw.gt.com.